In dit onderdeel bewerkt u de referentienummers van klanten en prospects.
Geef eerst de klant op voor wie u referentienummers wilt aanmaken of wijzigen, aan de hand van diens sorteernaam of relatienummer. Gebruik eventueel het zoekvenster relaties. De referentienummers van de klant worden vervolgens getoond in de tabel.
Maak nieuwe referentienummers aan met Referentienummer toevoegen of Ctrl+Enter. Referentienummers worden verwijderd met Referentienummer verwijderen
of Ctrl+Del.
Met Omhoog en Omlaag
verandert u de positie van een referentienummer in de lijst.
Nummer: het nummer of de code zoals aangeleverd door de klant.
Omschrijving: de omschrijving bij het referentienummer. Invullen van dit veld is niet verplicht. Gebruikt u een omschrijving bij het ordernummer klant in een orderbevestiging, dan vult het programma na het selecteren van een referentienummer automatisch de bijbehorende omschrijving in.
Geef hier aan op welke bonsoorten het referentienummer mag worden geselecteerd. De instelling voor orderbevestigingen wordt ook toegepast op losse verzendbonnen.
Activeer het selectievakje om aan te geven dat het referentienummer alleen binnen een bepaalde periode mag worden gebruikt. Leg de periode vast met de beide datumvelden. Nummers die niet langer geldig zijn worden in de lijst getoond in grijs.
Klik op Opslaan om alle referentienummers vast te leggen. U kunt vervolgens een andere klant of prospect opvragen.
Met Exporteren brengt u de lijst met referentienummers over naar een Excel werkmap.
Druk op Esc of klik op Afsluiten om het onderdeel te verlaten.