Dit venster wordt opgeroepen vanuit machines bewerken en overzicht machines. Met dit venster kunt u bijlagen bij machines toevoegen, vervangen en verwijderen voor de geselecteerde machine, voor de machines die zijn opgevraagd in overzicht machines of voor alle machines in het machinebestand.
Geef eerst aan of u de bijlagen bij de huidige machine of bij meerdere machines wilt bijwerken. Geef vervolgens de bewerking op; u heeft de keuze tussen nieuwe bijlagen toevoegen aan reeds gekoppelde bijlagen, de reeds gekoppelde bijlagen vervangen door andere (of dezelfde) bijlagen of alle reeds gekoppelde bijlagen verwijderen.
U kunt in dit venster twee typen bijlagen bijwerken; afbeeldingen en overige bijlagen.
Wilt u bijlagen toevoegen of vervangen, dan dient u in het bijbehorende kader een bestaande map op te geven en een bestandsmasker. Alle te koppelen bijlagen dienen zich in deze map te bevinden. Aan de hand van het bestandsmasker bepaalt Order-Direct welke bestanden in de map gekoppeld moeten worden aan een machine.
In de maskers geeft u met #1 het machinenummer aan. De volgende indicatoren worden ondersteund:
Verder kunt u in de bestandsmaskers gebruik maken van letters en cijfers en wildcardtekens zoals het sterretje en het vraagteken.
Wanneer bijvoorbeeld bij iedere machine slechts één afbeelding hoort, met formaat jpg, waarvan de bestandsnaam hetzelfde is als het machinenummer, dan gebruikt u als masker: #1.jpg
Horen er bij iedere machine meerdere gif-afbeeldingen waarbij de bestandsnaam begint met het machinenummer, gevolgd door een streepje en een volgnummer, dan gebruikt u: #1-*.gif
Begint de bestandsnaam van iedere afbeelding bij een machine met het voorvoegsel machine, gevolgd door het machinenummer en een volgnummer, dan gebruikt u machine#1*.*
U kunt ook meerdere maskers opgeven, gescheiden door puntkomma's, bijvoorbeeld machine#1*.jpg;#5*.gif. Hetzelfde geldt voor de mappen; ook hier kunt u meerdere mappen of maskers opgeven, gescheiden door puntkomma's.
Het principe werkt hetzelfde voor de overige bijlagen.
Klik op de knop 'Toepassen' of druk op F4 om de bewerking uit te voeren. Met 'Sluiten' of Esc sluit u het venster en keert u terug naar het aanroepende onderdeel.
