Alles wat vanuit Order-Direct kan worden afgedrukt (bonnen, facturen, overzichten en etiketten), heet een printeractiviteit. De beschikbare activiteiten worden door het programma bepaald; u kunt zelf geen nieuwe activiteiten aanmaken.
Past de eigenschappen van activiteiten aan in printeractiviteiten.
De apparaten waarop u vanuit Order-Direct wilt afdrukken legt u vast in het onderdeel printers.
Per computer moet voor iedere printer een printerpoort worden geselecteerd in printerpoorten. Aan de hand van de printerpoort bepaalt Order-Direct naar welke van de op de computer aangesloten Windowsprinters de activiteit wordt afgedrukt.
Er kan worden afgedrukt op meerdere papiersoorten, waaronder briefpapier, blanco papier en etiket. De beschikbare papiersoorten worden bepaald door het programma.
De afmetingen van iedere papiersoort legt u vast in papierformaten. Bonnen en overzichten worden doorgaans afgedrukt op A4-formaat, voor etiketten kunt u zelf formaten aanmaken.
In printerlades legt u de printerlades vast van alle printers en selecteert u de papiersoort in iedere lade.
Voor iedere activiteit geeft u per computer met een printertoewijzing aan op welke printer(s) en op welke papiersoort(en) de activiteit moet worden afgedrukt.
Alle printertoewijzingen vindt u in het onderdeel printertoewijzingen.
Bij iedere activiteit kunt u een printertekst vastleggen in printerteksten.
Een printertekst bestaat uit één of meer tekstregels die ieder op een zelf te bepalen positie en in een zelf te bepalen lettertype worden afgedrukt. Iedere printertekst kan worden vastgelegd in iedere taal, voor alle talen, per land of groep van landen.
Naast printerteksten bij een activiteit zijn er ook printerteksten bij iedere afdeling die fungeren als briefhoofd voor die afdeling.
Tenslotte zijn er een aantal speciale printerteksten, onder andere voor het adres van de relatie en voor de handelsvoorwaarden op verkoopbonnen.
In printerteksten kunnen ook afbeeldingen worden opgenomen.
De lijst van de te gebruiken afbeeldingsbestanden legt u vast in printerafbeeldingen.
Bij iedere activiteit horen een aantal printerbegrippen; dit zijn omschrijvingen van zaken die worden afgedrukt op een vaste positie zoals bepaald door het programma, bijvoorbeeld "Factuurnummer" op een factuur.
U kunt zelf geen nieuwe printerbegrippen aanmaken, maar wel per taal de tekst van bestaande begrippen aanpassen of helemaal uitschakelen in printerbegrippen.
Wilt u snel gegevens bij een printeractiviteit aanpassen klik dan op Afdrukken in het bijbehorende programma-onderdeel. Het afdrukvenster verschijnt dan. Klik met de rechter muistoets in dit afdrukvenster en selecteer de optie 'Activiteit', 'Printertekst', 'Toewijzing' of 'Printerbegrip'.