Balk onderaan het hoofdmenu met het actieve filiaal en de namen van de geselecteerde gebruiker, computer, medewerker en medewerkergroep en het door het programma gebruikte geheugen.
Activeer de informatiebalk in beeldinstellingen.
U kunt ook met de rechtermuistoets op het hoofdmenu klikken en de optie 'Informatiebalk' selecteren of op Ctrl+I drukken.
Dubbelklik met de muis op één van de afbeeldingen in de informatiebalk om het bijbehorende instellingenonderdeel te openen.