Terug naar website
Je bevindt je momenteel in de helpsectie van onze software, met antwoorden op veelgestelde vragen, handleidingen en hulp bij problemen. Voor volledige toegang tot onze nieuwe website, inclusief al onze producten en diensten, kun je hier klikken om naar de hoofdpagina te gaan.

Systeeminstellingen

Dit programma-onderdeel bevat de instellingen die eenmaal worden ingesteld bij de ingebruikname van het programma en daarna niet meer worden gewijzigd, zoals het formaat van artikelcodes en relatienummers en de lengte van bonnummers.

Neem eerst contact op met uw leverancier of systeembeheerder alvorens wijzigingen in dit onderdeel aan te brengen !

Daarnaast wordt dit onderdeel vaak gebruikt om na het installeren van een nieuwe release één of meer initialisatie- of conversieroutines uit te voeren in de pagina Bewerkingen.

Het onderdeel wordt gestart vanuit het hoofdmenu. U kunt ook met de muis dubbelklikken op een leeg (zonder knoppen) gedeelte van de menubalk terwijl u Ctrl en Alt ingedrukt houdt.

Sla de instellingen op en verlaat het onderdeel met OK of F4. Verlaat het onderdeel zonder eventuele wijzigingen op te slaan met Annuleren of Esc.

Artikelen

Artikelcodes

Standaardformaat: hiermee geeft u aan of u het standaardformaat gebruikt voor artikelcodes. Iedere artikelcode bestaat dan uit een aantal tekens, waarvan één teken altijd een speciaal teken is op een vaste positie. Alleen wanneer u dit standaard formaat gebruikt kunt u het speciale teken en de positie van dit teken opgeven.

Brede artikelcodekolom op bonnen: geeft aan dat op de afdrukken van verkoop- en reparatiebonnen een brede kolom moet worden gebruikt voor artikelcodes. Activeer deze instelling wanneer u geen gebruik maakt van standaardcodes en de lengte van uw artikelcodes groter is dan 8 à 10 tekens.

Speciaal teken: het speciale teken dat deel uitmaakt van elke standaard artikelcode zoals een liggend streepje of een punt.

Op positie: de positie van het speciale teken in een artikelcode volgens het standaard formaat; dit is een getal tussen 1 en 7.

Aantal tekens: de (maximale) lengte van een artikelcode. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 20 tekens.

Exact: geeft aan of de lengte van iedere artikelcode exact gelijk moet zijn aan het ingestelde aantal tekens. Is deze instelling niet actief, dan mag een artikelcode ook uit minder tekens bestaan.

Alleen hoofdletters: geeft aan of alle letters in artikelcodes hoofdletters moeten zijn.

Invoermasker: het invoermasker dat wordt gebruikt bij het invoeren van artikelcodes. Raadpleeg uw systeembeheerder voor de exacte syntax. De standaard syntax voor de artikelcode (één letter, twee cijfers, een streepje, en opnieuw drie cijfers) is >c##-###;1;[spatie]. Wanneer artikelcodes niet voldoen aan een vast formaat, of een variabel aantal tekens kunnen bevatten, laat dit invoermasker dan leeg.

Numerieke code: geeft aan of een artikelcode alleen maar uit cijfers (en eventueel het speciale teken) bestaat, of niet. Deze instelling is bijvoorbeeld van belang bij het bepalen van nieuwe artikelcodes voor het aanmaken van artikelen in het venster nieuwe artikelen.

Bestelnummers

Alleen hoofdletters: geeft aan of bestelnummers alleen uit hoofdletters bestaan of ook kleine letters kunnen bevatten.

Artikelgroepen

Artikelgroepnummers

Aantal cijfers: geef hier het aantal cijfers op voor de nummers van de artikelgroepen. Het aantal is tenminste twee en ten hoogste acht cijfers.

Eenheden

Bestel- en verpakkingseenheden

Aantal decimalen: hiermee stelt u het aantal decimalen achter de komma in voor de besteleenheden en verpakkingseenheden van artikelen. Het maximale aantal bedraagt drie decimalen.

Lokaties

Formaat

Standaardformaat: hiermee geeft u aan of u het standaardformaat voor lokaties gebruikt. Iedere lokatie bestaat dan uit vier tekens: twee hoofdletters gevolgd door twee cijfers.

Invoermasker: het masker dat wordt gebruikt bij het tonen en invoeren van lokaties. Het standaardmasker (twee hoofdletters gevolgd door twee cijfers) is >cc##;1;[spatie]

Aantal tekens: de maximale lengte van een lokatie. Dit aantal kan niet hoger zijn dan 20.

Alleen hoofdletters: geeft aan of er alleen hoofdletters (en geen kleine letters) in een lokatie mogen voorkomen.

Instellingen

Maximaal één lokatie per artikel per bedrijfsruimte: met deze instelling geeft u aan of een artikel ten hoogste eenmaal mag voorkomen in een bedrijfsruimte. Wanneer u deze instelling uitschakelt kan eenzelfde artikel meerdere lokaties hebben binnen één en dezelfde bedrijfsruimte.

Maximaal één artikel per lokatie: geeft aan dat eenzelfde lokatie mag zijn toegewezen aan ten hoogste één artikel.

Keuzelijst bij invoer: geeft aan of bij het invoeren en bewerken van lokaties bij een artikel gebruik kan worden gemaakt van een keuzelijst met veel voorkomende lokaties. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u geen gebruik maakt van het standaardformaat of een invoermasker. 

Deze instelling is vervallen sinds versie 12 release 2.

Lokaties verwijderen wanneer artikelvoorraad nul wordt: geeft aan of de lokaties bij een artikel automatisch moeten worden verwijderd wanneer de voorraad van dat artikel nul wordt. Is de module Meerdere filialen actief, dan worden de artikellokaties in een filiaal verwijderd wanneer de voorraad van het artikel in dat filiaal nul wordt.

Lokatie deactiveren wanneer lokatievoorraad nul wordt: geeft aan of een lokatie bij een artikel automatisch op inactief moet worden gezet wanneer de voorraad op die lokatie bij het artikel nul wordt. Deze instelling is beschikbaar in de module Lokatievoorraden.

Serienummers

Serienummers

Aanmaken door programma: geeft aan of het programma zelf serienummers moet kunnen aanmaken bij het invoeren en selecteren van serienummers op bonnen.

Aantal cijfers: het aantal cijfers voor door het programma aan te maken serienummers. Het nummer van het eerstvolgende aan te maken serienummer legt u vast in programma-instellingen.

Relaties

Relatienummer

Aantal tekens: de maximale lengte van een relatienummer. Dit aantal mag niet groter zijn dan 10.

Exact: geeft aan of de lengte van ieder relatienummer exact gelijk moet zijn aan het ingestelde aantal tekens. Is deze instelling niet actief, dan mag een relatienummer ook uit minder tekens bestaan.

Alleen cijfers: geeft aan of een relatienummer alleen maar uit cijfers bestaat.

Voorloopnullen: geeft aan of het relatienummer aan de voorzijde moet worden opgevuld met nullen.

Contant: het relatienummer van de speciale klant 'contant'. Doorgaans bestaat dit nummer uit vier spaties gevolgd door het cijfer 1.

Tijdelijk: het relatienummer van een tijdelijke klant, zoals die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden op facturen. Doorgaans bestaat dit nummer uit vier nullen en een één.

Sorteernaam

Alleen hoofdletters: geeft aan of sorteernamen van relaties alleen uit hoofdletters bestaan, of ook kleine letters kunnen bevatten.

Adressen

Postcode

Invoermasker: invoermasker voor Nederlandse postcodes. Zo'n postcode bestaat uit ten hoogste 7 tekens. Het standaardmasker voor Nederlandse postcodes is ####[spatie]>cc;1;[spatie]

Invullen bij invoeren postcode

Hier geeft u aan of en zo ja wat het programma moet invullen wanneer er een postcode wordt ingevoerd, bijvoorbeeld bij een nieuwe relatie in relatie bewerken. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een systeemtabel met de gemeente- en plaatsnamen van alle postcodes in Nederland en diverse andere landen.

Plaatsnaam

Alleen hoofdletters: geeft aan of plaatsnamen alleen uit hoofdletters bestaan, of ook kleine letters kunnen bevatten.

Bonnen

Bonnummer

Aantal cijfers: de maximale lengte van een bonnummer. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 10 cijfers. 

Voorloopnullen: geeft aan of het bonnummer aan de voorzijde dient te worden opgevuld met nullen, of met spaties. Deze instelling is ook van toepassing op factuurnummers.

Automatisch invoegen: geeft aan of het programma na het intypen van een bonnummer automatisch het juiste aantal nullen of spaties moet invoegen. Deze instelling is ook van toepassing bij het invoeren van factuurnummers.

Diversen

Artikelnummers afdrukken in aparte kolom: geeft aan dat wanneer er artikelnummers worden afgedrukt op verkoopbonnen, zoals ingesteld bij de betreffende klant, dit in een aparte kolom gebeurt. Maakt u geen gebruik van deze optie, dan wordt de kolom met artikelnummers afgedrukt in plaats van de kolom met artikelcodes én, mits van toepassing, in plaats van de kolom met bestelnummers.

Bestelnummers afdrukken in aparte kolom: geeft aan dat wanneer er bestelnummers worden afgedrukt op verkoopbonnen, zoals aangegeven bij de klant op die bon, dit in een aparte kolom gebeurt. Maakt u geen gebruik van deze optie, dan wordt de kolom met bestelnummers afgedrukt in plaats van de kolom met artikelcodes.

Bonregels

Diversen

Waarschuwing bij dubbele artikelcodes: geeft aan of het programma een waarschuwing moet geven indien er op een bon een artikelcode wordt ingegeven die al op deze bon voorkomt. U krijgt dan de gelegenheid om de beide aantallen bij elkaar op te tellen.

Originele verkoopbon zoeken bij negatief aantal: deze instelling zorgt ervoor dat het programma bij het ingeven van een negatief aantal op een verkoopbon gaat zoeken naar dezelfde artikelcode op verkoopbonnen van dezelfde klant. Wordt zo'n verkoopregel gevonden, dan vraagt het programma of het artikel retour is gebracht of gecrediteerd moet worden, en plaatst een verwijzing naar de gevonden bon op de nieuwe bon.

BTW-groep vastleggen bij verkoopbonregel: geeft aan of bij iedere artikelregel op een verkoopbon de BTW-groep voor die regel kan worden aangepast. De BTW-groep kan dan afwijken van de instelling bij het betreffende artikel. 

Aantallen

Aantal decimalen: het aantal decimalen achter de komma in het geval van aantallen, bijvoorbeeld op bonnen en in overzichten, zowel voor invoer als voor uitvoer. Deze waarde staat doorgaans op 2.

Prijzen

Alle decimalen tonen: geeft aan of voor prijzen alle decimalen achter de komma moeten worden getoond op het scherm, op afdrukken en op e-mails, zoals ingesteld bij de betreffende valutasoort. Wanneer deze instelling niet actief is, dan worden nullen ná de tweede decimaal achter de komma niet getoond; 123,450 wordt dan dus getoond als 123,45. Deze instelling geldt alleen voor stuksprijzen, totaalprijzen worden altijd getoond en afgedrukt met niet meer dan twee decimalen achter de komma.

Prijswaarschuwing

Activeer dit selectievakje om aan te geven dat het programma bij het opvragen van een artikel in een bon moet waarschuwen dat de laatste prijswijziging langer dan een aantal maanden geleden heeft plaatsgevonden.

Bij prijzen ouder dan …: de periode in maanden na het doorvoeren van de laatste prijswijziging voordat het programma een waarschuwing moet geven.

En hoger dan...: het minimum bedrag waarboven het programma pas een waarschuwing moet geven.

Verkoopfacturen

Factuurnummer

Standaard letter: dit is de letter waarmee alle factuurnummers beginnen.

Aantal tekens: de maximale lengte van een factuurnummer met inbegrip van de factuurletter. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 10 tekens.

Voorloopnullen: geeft aan of het factuurnummer aan de voorzijde na de factuurletter dient te worden opgevuld met nullen of met spaties.

Aparte nummering per afdeling: hiermee geeft u aan dat alle facturen naast de standaard nummering een eigen nummer krijgen afhankelijk van de afdeling waaraan ze zijn gekoppeld. Bij het aanmaken van een factuur wordt dan gevraagd de gewenste afdeling te selecteren. Deze selectie kan naderhand niet meer worden gewijzigd.

Aantal cijfers: maakt u gebruik van een aparte factuurnummering per afdeling, dan stelt u hier het aantal cijfers van deze nummers in. Afdelingsfactuurnummers beginnen niet met een letter.

Machines

Deze pagina is alleen zichtbaar wanneer de module Machines en onderhoud is geactiveerd.

Machinenummer

Aantal cijfers: de maximale lengte van een machinenummer. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 10 cijfers. 

Eigen nummering: geeft aan of machines genummerd worden volgens een eigen nummering, of volgens de standaard bonnummering. Wanneer machines een eigen nummering hebben, dan kunt u het eerstvolgende nummer instellen in programma-instellingen.

Voorloopnullen: geeft aan of het machinenummer aan de voorzijde dient te worden opgevuld met nullen, of met spaties.

Alleen cijfers: geeft aan of een machinenummer alleen maar uit cijfers bestaat, of ook letters kan bevatten. Deze instelling wordt momenteel alleen gebruikt om de breedte van kolommen met machinenummers in tabellen en zoekvensters te bepalen.

Periode onderhoudsbeurten

Periode onderhoudsbeurten: de standaard eenheid waarin de periode tussen twee opeenvolgende onderhoudsbeurten wordt uitgedrukt. De daadwerkelijke eenheid en de lengte van de tussenperiode worden per machine ingesteld in machines.

 

Periode contracten

Periode contracten: de standaard eenheid waarin de periode tussen twee opeenvolgende facturen voor een servicecontract wordt uitgedrukt. De daadwerkelijke eenheid en de lengte van de tussenperiode worden per machine ingesteld in machines.

Contracten

Negeer leeg machinenummer bij bepaling aantal verkoopfacturen: deze instelling zorgt ervoor dat lege machinenummers niet worden meegeteld wanneer het programma het aantal facturen bepaalt dat betrekking heeft op een bepaald servicecontract bij een machine. In eerdere versies van Order-Direct werd hiertoe alleen gebruik gemaakt van het klantnummer en de artikelcode, en niet van het bijbehorende machinenummer. Door deze instelling te activeren zorgt u ervoor dat lege machinenummers niet meer worden meegeteld. 

In facturen kunt u alsnog een machinenummer aan een artikelregel koppelen, als volgt: vraag de betreffende factuur op, selecteer de gewenste artikelregel en druk op Ctrl+Alt+M. Het zoekvenster machines verschijnt dan; hierin kunt u de gewenste machine selecteren, die vervolgens aan de artikelregel wordt gekoppeld. 

Wanneer u dit zoekvenster verlaat zonder een machine te selecteren, dan wordt het eventueel gekoppelde machinenummer leeggemaakt ! Let er ook op dat u eenzelfde machinenummer niet aan meerdere artikelregels koppelt; de factuur wordt dan meerdere malen meegeteld. Pas wanneer u de factuur opslaat legt u alle wijzigingen vast.

Negeer artikelcode bij bepaling aantal verkoopfacturen: met deze instelling zorgt u ervoor dat het programma bij het tellen van het aantal facturen dat betrekking heeft op het servicecontract bij een machine geen rekening houdt met de bij die machine opgegeven artikelcode. U kunt dan tussentijds een ander artikel opgeven bij de machine zonder dat dit invloed heeft op het getelde aantal facturen. Deze instelling is alleen van toepassing op machines waarbij niet gefactureerd wordt met behulp van de machineconfiguratie, maar met een los artikel. U kunt deze instelling alleen gebruiken wanneer de voorgaande instelling (waarbij lege machinenummers worden genegeerd bij het tellen) actief is.

Negeer negatieve aantallen bij bepaling aantal verkoopfacturen: deze instelling zorgt ervoor dat het programma bij het tellen van het aantal facturen bij een servicecontract factuurregels met een negatief aantal overslaat. Dergelijke regels maken doorgaans deel uit van een creditnota.

Prijzen

Prijzen berekenen via

In artikel bewerken en artikelen bewerken in serie kunt u een percentage opgeven aan de hand waarvan vervolgens de inkoop- of verkoopprijs wordt bepaald. Met deze instelling geeft u aan of het percentage de leverkorting betreft of de marge op de inkoopprijs. In sommige bedrijfstakken is het gebruikelijk om met leverkortingen te rekenen, andere bedrijfstakken maken gebruik van inkoopmarges.

Tonen in overzichten: hiermee geeft u aan of de leverkorting ook moet worden getoond in de diverse omzetoverzichten. Standaard wordt in deze overzichten altijd de marge op de inkoop getoond.

Kortingen

Standaard kortingen

Leg hier de omschrijvingen (maximaal 8 tekens) vast van de standaard kortingomschrijvingen op bonnen.

Urenregistratie

Invoermasker: Op deze pagina geeft u het invoermasker op voor de activiteitscodes die worden gebruikt binnen de urenregistratie. Een activiteitscode bestaat uit ten hoogste acht tekens. Cijfers worden aangegeven met een hekje (#), letters door een kleine letter c. Sluit het masker altijd af met een puntkomma, gevolgd door het cijfer 1, gevolgd door nog een puntkomma. Een vaak gebruikt invoermasker is >#ccc###;1;

Verzending en transport

Aantal cijfers: het aantal cijfers voor de pakketnummers in de module Verzending en transport.

Aparte nummering per verpakkingssoort: geeft aan of voor iedere verpakkingssoort een aparte nummering moet worden gebruikt.

Pakketnummers van transporteurs gebruiken: geeft aan of de pakketnummers zoals die worden gebruikt door de transporteurs moeten worden overgenomen als pakketnummers.

Pickbonnen

Deze pagina is alleen zichtbaar in de module Magazijnbeheer.

Pickbonnummer

Aantal cijfers: de maximale lengte van een pickbonnummer. Dit aantal mag niet hoger zijn dan 10 cijfers.

Database

Tabellen

Deze lijst toont alle tabelnamen in de databases met actuele en historiegegevens.

MySQL

Deze instellingen zijn alleen van toepassing op MySQL-bestandensets.

Storage engine: de storage engine die moet worden gebruikt voor de tabellen in de diverse databases van Order-Direct. Geeft u hier een andere waarde op dan 'Standaard' dan zal de storage engine van iedere tabel worden gecontroleerd en zonodig aangepast tijdens het uitvoeren van het onderdeel configuratie. De beschikbare storage engines zijn InnoDB en MyISAM.

Tekenset: de tekenset die moet worden toegepast in alle tekstvelden van de verschillende databases. Geeft u hierbij een andere instelling op dan 'Standaard' dan worden bij het uitvoeren van configuratie alle tekstvelden geconverteerd naar de geselecteerde tekenset. Door deze instelling op UTF-8 of UTF-16 te zetten kunt u uw MySQL databases gereed maken voor het gebruik van Unicode tekensets. Overleg met uw systeembeheerder alvorens deze instelling te wijzigen!

Collatie: de collatie, dit is een sorteervolgorde voor alfanumerieke gegevens, die moet worden toegepast op alle tekstvelden. Geef hierbij een andere instelling op dan 'Standaard' om bij Configuratie alle tekstvelden te converteren naar de geselecteerde collatie. Laat deze instelling bij voorkeur op 'Standaard' staan. Mochten er na de conversie naar een andere tekenset foutmeldingen optreden bij het schrijven van gegevens in de database, zet de instelling dan op latin1_swedish_ci bij een latin1 tekenset, op utf8_general_ci bij een utf8 tekenset, op utf16_general_ci bij een utf16 tekenset en op utf8mb4_unicode_ci bij een utf8mb4 tekenset.

Primary keys gebruiken: geeft aan of bij het aanmaken van indexen op de tabellen 'Primary keys' moeten worden aangemaakt. Het gebruik van primary keys in MySQL heeft een gunstige invloed op de performance en de stabiliteit.

Query caching toepassen: geeft aan of in MySQL gebruik wordt gemaakt van een zogeheten 'query cache' waarin de resultaten van veelgebruikte en weinig veranderlijke queries worden bewaard. Dit heeft een gunstig effect op de performance. Om MySQL gebruik te laten maken van query caching dient u in het configuratiebestand my.ini van MySQL tenminste de volgende twee instellingen op te nemen:

[mysqld]

query_cache_type=2

query_cache_size=999424

Overleg met uw systeembeheerder en laat hem of haar de gewenste wijzigingen aanbrengen.

Met de knop 'Tabel opschonen' kunt u de tabel die momenteel geselecteerd is bij 'Actieve BDE-connecties' laten opschonen; dubbele records met dezelfde sleutelwaarde worden dan uit de tabel verwijderd. Laat deze bewerking bij voorkeur over aan uw systeembeheerder. Houdt Shift ingedrukt om het programma na het opschonen de lijst van de gebruikte opschooncommando's te laten tonen.

Bewerkingen

Bewerkingen

Vanaf deze pagina kunnen een aantal speciale bewerkingen worden uitgevoerd. Deze bewerkingen worden doorgaans eenmaal uitgevoerd wanneer er een nieuwe functie aan het programma is toegevoegd. Selecteer de gewenste bewerking en klik op Start om de bewerking uit te voeren. Sommige bewerkingen kunnen enige tijd in beslag nemen. De uitgevoerde bewerkingen sinds het opstarten van dit onderdeel worden weergegeven in grijs.