Dit deelvenster wordt gebruikt om de gegevens van een actie in te voeren en te bewerken.
U vindt het deelvenster in de onderdelen:
Het venster wordt ook opgeroepen in het planbord door op een actie te dubbelklikken met de muis.
Actiesoort: de actiesoort waartoe de actie behoort.
Omschrijving: een nadere omschrijving van de actie in maximaal 50 tekens.
Op lokatie: geeft aan of de actie op lokatie bij de relatie wordt uitgevoerd in plaats van binnen uw bedrijf zelf.
Actiestatus: selecteer hier één van de voorgedefinieerde statussen. Door het wijzigen van de status geeft u ook aan of een actie al dan niet voltooid is.
Inplannen: geeft aan of de actie mag worden ingepland op het planbord.
Ingepland: geeft aan of de actie is ingepland op het planbord. Bij de actie is dan een datum en een tijdsduur of een periode (in dagen) ingevoerd.
In deze lijst geeft u aan welke bedrijfsmiddelen gebruikt worden bij de uitvoering van de actie en met welke bezettingsgraden. Er zijn vier soorten bedrijfsmiddelen. De actiesoort van de actie bepaalt welke van deze soorten kunnen worden gebruikt:
Medewerkers: alleen de medewerkers bij wie de optie 'In acties' is geactiveerd verschijnen in deze lijst. Dubbelklik op een medewerker om diens bezettingsgraad in de actie aan te passen. De bezettingsgraad van een medewerker is een percentage en kan niet hoger zijn dan 100%.
Wagenpark: alleen de wagens uit het wagenpark waarbij de optie 'In acties' is geactiveerd verschijnen in de lijst. Dubbelklik op een wagen om de bezettingsgraad aan te passen. De bezettingsgraad van een wagen is een percentage en kan niet hoger zijn dan 100%.
Bedrijfsruimten: alleen de bedrijfsruimten met de optie 'Acties' verschijnen in de lijst. Dubbelklik op een ruimte om de bezettingsgraad aan te passen. De bezettingsgraad van een bedrijfsruimte is een getal en kan niet hoger zijn dan de capaciteit zoals die is vastgelegd bij de bedrijfsruimte.
Machinepark: alle machines in het machinepark verschijnen in de lijst. Dubbelklik op een machine om de bezettingsgraad aan te passen. De bezettingsgraad van een machine is een getal en kan niet hoger zijn dan de capaciteit zoals die is vastgelegd bij de machine.
Vul een punt of komma in in het invoervenster voor de maximale bezettingsgraad; 100% voor een medewerker of wagen en de capaciteit voor een bedrijfsruimte of machine.
Klik op Selectievakjes aan/uitzetten om alleen de geselecteerde bedrijfsmiddelen te tonen in de lijst. Wilt u bedrijfsmiddelen uitschakelen of toevoegen aan de actie, klik dan nogmaals op de knop.
Onderin het deelvenster kan een tekst worden vastgelegd met een uitgebreide beschrijving van de actie.